{"id":222,"date":"2012-01-31T10:40:29","date_gmt":"2012-01-31T10:40:29","guid":{"rendered":"http:\/\/www.stichtingwierde.nl\/?page_id=222"},"modified":"2012-09-04T12:17:54","modified_gmt":"2012-09-04T12:17:54","slug":"4-zorg-en-ondersteuning","status":"publish","type":"page","link":"https:\/\/www.stichtingwierde.nl\/woonzorgvisie\/4-zorg-en-ondersteuning\/","title":{"rendered":"4 Zorg en ondersteuning"},"content":{"rendered":"
4.1 Randvoorwaarden.<\/strong>
\nVoor een goed functioneren van het woonzorgcomplex is het van belang dat de besluitvorming met betrekking tot plaatsing van bewoners in het woonzorgcomplex en de voorbereiding van de bewoners zeer zorgvuldig en professioneel geschiedt.<\/h5>\n
4.1.1 Psychiatrische indicatie.<\/strong>
\nVoor alle potenti\u00eble bewoners dient een indicatie aanwezig te zijn om te bepalen of betrokkene in de doelgroep en in het woonzorgcomplex past en welk niveau van zorg vereist is. Teneinde dit zo professioneel en zorgvuldig mogelijk aan te pakken zal een aan het Universitair Medisch Centrum te Utrecht (UMC) verbonden psychiater (gespecialiseerd in schizofrenie) verzocht worden een advies over alle adspirant-kandidaat-bewoners uit te brengen. Deze zal kijken naar de al gestelde diagnose, de vereiste medicatie, behandeling en zorg, de indicaties en de mogelijke contra-indicaties en vervolgens een advies uitbrengen over de vraag of betrokkene in aanmerking komt voor het wonen in het door Stichting Wierde opgezette woonzorgcomplex. Dit externe advies zal samen met het advies van de behandelende psychiater of de individuele behandelaar zeer zwaar wegen bij de door het Stichtingsbestuur te nemen beslissing over plaatsing in het woonzorgcomplex.<\/h5>\n
4.1.2 Preventie, medicatiegebruik en crisisprotocol.\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0 \u00a0<\/strong>
\nVoor plaatsing is het van belang dat betrokkenen niet zo zeer de ziekte als wel behandeling en begeleiding accepteren. Met behandeling wordt in de regel bedoeld het nemen van medicatie, tenzij met de behandelende psychiater is overeengekomen dat een ander regime kan worden gevolgd.<\/h5>\n
Dit betekent concreet dat medicijngebruik, volgens voorschrift, in de regel een voorwaarde is om in de woonvorm te komen. Het is essentieel dat voor alle bewoners een individueel preventieplan en een individueel crisisprotocol is opgesteld, waarin o.a.wordt vastgelegd hoe moet worden gehandeld bij een evt. terugval.<\/h5>\n
Dit protocol dient er te zijn voordat tot bewoning wordt overgegaan. Omdat een crisissituatie zich kan voordoen is het van groot belang dat het zorgteam over de nodige expertise beschikt\u00a0 om hiermee te kunnen omgaan en om tijdig de juiste stappen te kunnen nemen.
\nHet invullen van een crisisprotocol is tevens \u00e9\u00e9n van de voorwaarden waaraan de bewoners moeten voldoen om in de woonvorm te kunnen wonen.
\nDit crisisprotocol wordt door het zorgteam opgesteld in samenspraak met de bewoner, zijn behandelaar en eventueel de ouders\/verzorgers.<\/h5>\n
4.1.3 Beleid bij eventuele verslavingsproblematiek op Wierde.<\/strong>
\nUitgangspunt is dat op Wierde in principe g\u00e9\u00e9n drugs worden gebruikt.
\nVoor bewoners geldt bij plaatsing dat er g\u00e9\u00e9n sprake is van verslavingsproblematiek of drugsgebruik. Matig alcoholgebruik kan, na toestemming van het zorgteam en de behandelaar, worden toegestaan, maar mag onder geen enkele voorwaarde aanleiding geven tot sociaal ontwrichtend gedrag.<\/h5>\n
Wat roken betreft, geldt als uitgangspunt dat in de gemeenschapschappelijke ruimtes niet wordt gerookt.<\/h5>\n
4.1.4\u00a0 Criteria, waaraan moet worden voldaan, v\u00f3\u00f3r uiteindelijke plaatsing in Wierde<\/strong>
\n–\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0 bewoner heeft de diagnose schizofrenie of aanverwante stoornis
\n–\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0 bewoner is 25 jaar of ouder (ivm. verwerking\u00a0 van de diagnose)
\n–\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0 bewoner is blijvend zorgafhankelijk
\n–\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0 bewoner heeft zorgbehoefte zelfstandig wonen met begeleiding met minimaal als CIZ (ZZP) indicatie 3
\n–\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0 bewoner staat open voor begeleiding, samen met de bewoner wordt een individueel plan opgesteld
\n–\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0 bewoner heeft een zorgplan en een crisisplan
\n–\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0 bewoner laat begeleiding en of regie toe over zijn financi\u00ebn\/administratie
\n–\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0 de persoonlijke woonzorgbehoefte, CIZ indicatie en wens sluiten\u00a0 aan bij dit projekt
\n–\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0 bewoner is bereid de medicatie trouw in te nemen
\n–\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0 bewoner heeft geen verslavingsproblematiek\u00a0 bijv. alcohol\/drugs e.d.
\n–\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0 bewoner is bereid tot second opinion door een psychiater van het UMC Utrecht
\n– \u00a0 \u00a0 \u00a0 \u00a0bewoner heeft, of kiest, een medische behandelaar in de regio GGZ Breda \/ PAAZ
\n– \u00a0 \u00a0 \u00a0 \u00a0bewoner conformeert zich aan de geldende huisregels
\n–\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0 bewoner heeft geen recidiverende justiti\u00eble contacten
\n–\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0 bewoner dient voldoende inkomen te hebben om alle vaste lasten tijdig te kunnen voldoen
\n–\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0 bewoner moet zich accoord verklaren dat huur- en zorgkosten rechtstreeks worden
\n–\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0<\/span> ingehouden van salaris\/uitkering
\n–\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0\u00a0 bewoner neemt zorg af van de door Wierde gekozen zorgaanbieder<\/h5>\n
Voor plaatsing op de belangstellendenlijst van Stichting Wierde hoeft de belangstellende bewoner nog niet helemaal te voldoen aan deze criteria, immers in de tijd v\u00f3\u00f3r evt. plaatsing op de kandidatenlijst kunnen zich nog de nodige ontwikkelingen ten gunste voordoen.<\/h5>\n
4.1.5 Verloop van aanmelding op belangstellendenlijst tot plaatsing in woonzorgcomplex Wierde.<\/strong>
\nDe adspirant belangstellende toekomstige bewoner meldt zichzelf en\/of via zijn ouders\/verzorgers voor plaatsing op de belangstellendenlijst van Stichting Wierde. Daarna vindt er een informatief gesprek plaats met de ouders\/verzorgers van de belangstellende en het bestuur van Stichting Wierde. Vervolgens wordt door het bestuur van Wierde een voorlopige selectie gemaakt van adspirant- kandidaat-bewoners, die volgens afspraak voor een second opnion worden beoordeeld door een psychiater van de afdeling psychotische stoornissen van het Universiteir Medisch Centrum (UMC) in Utrecht.<\/h5>\n
Eerst na een positief advies van het UMC in\u00a0 Utrecht kan het bestuur van Wierde een onderzochte kandidaat op de kandidaat-bewonerlijst van Wierde plaatsen.<\/h5>\n
De uiteindelijke kandidaatbewonerlijst voor Wierde zal uit 14 personen bestaan. Met de ouders\/verzorgers van deze 14 kandidaten gaat het bestuur van Wierde, vanaf nu, actief aan de slag naar de verdere voltooiing van het woonzorgcomplex.<\/h5>\n
Daarnaast worden 3 kandidaat-bewoners op de gezamenlijke reserve-kandidaat-bewonerlijst van Stichting Terp \u00e9n Stichting Wierde\u00a0 geplaatst. De overige belangstellenden blijven op de belangstellendenlijst voor Wierde staan om evt. toekomstige mutaties op de kandidaatbewonerlijst op te vullen.<\/h5>\n
4.1.6 Zorgverleners<\/strong>
\nHet Stichtingsbestuur zal op basis van de zorgvisie de meest optimale zorgaanbieder ten behoeve van het woonzorgcomplex selecteren.<\/h5>\n
Optimale betrokkenheid bij de aanwijzing en\/of selectie van de individuele medewerkers die in het complex werkzaam zullen zijn, is daarnaast vereist. Gestreefd moet worden naar een combinatie van kennis en ervaring. Belangrijker nog dan kennis en ervaring is de persoonlijkheid van betrokkenen. Zorgzaamheid en betrokkenheid zijn daarbij de belangrijkste aspecten. Het is wel vereist dat binnen de groep van zorgverleners medewerkers aanwezig zijn, die onderlegd zijn op het gebied van\u00a0 gedragstherapie en voldoende kennis hebben van psychiatrie. Een aanvullende training zou, waar wenselijk of noodzakelijk, kunnen worden verzorgd door de GGZ-Breburg, medewerkers van de afdeling psychiatrie van het UMC of de zorgaanbieder.<\/h5>\n
Het zorgteam staat ten dienste van de bewoners. Het zorgteam moet zich vrij kunnen voelen en respect voor de bewoners hebben en tonen. De desbetreffende medewerkers laten de bewoners in hun waarde. De grondhouding van het zorgteam dient te zijn: \u2018Uitgaan van de mogelijkheden van de bewoners, rekening houdend met hun beperkingen\u2019. Dit geeft de bewoners de mogelijkheid om tot hun recht te komen in het woonzorgcomplex. Daarnaast zijn \u2018rust, reinheid en regelmaat\u2019 ook de basiselementen voor het zorgteam.<\/h5>\n
Een bepaalde mate van bemoeizorg met als doel psychosen te voorkomen mag toegepast worden binnen de woonvorm, maar dit wel in overleg met bewoner\/ouders (bijvoorbeeld n.a.v. het crisisprotocol) en deze \u201cbemoeizorg\u201d mag niet ten koste gaan van het respect jegens de bewoner.<\/h5>\n
De mening van de bewoner is altijd van groot belang, maar kan in bijzondere situaties en wanneer het algemene belang (b.v. het belang van de andere bewoners) een rol gaat spelen niet altijd uitgangspunt zijn voor het handelen van het zorgteam.<\/h5>\n
Het is niet nodig dat bewoners \u2018zonodig iets moeten\u2019 binnen het woonzorgcomplex. Als bewoners wel aangeven zich te willen ontwikkelen of bepaalde activiteiten te willen ontplooien, zal hier wel op ingespeeld dienen te worden. De nadruk van de begeleiding ligt op wat de bewoners kennen en kunnen. Hierbij moet wel aandacht zijn voor de wisselingen van de gesteldheid van de individuele bewoners.<\/h5>\n
Het zorgteam zal voortdurend aandacht hebben voor de dagbesteding van de bewoners, hen blijven aansporen binnen hun interessen en mogelijkheden en hen\u00a0 ondersteunen bij het ontwikkelen ervan.<\/h5>\n
Het zorgteam zal deels gericht zijn op het functioneren van de groep als geheel en deels op het individu; deze twee aspecten dienen wel met elkaar in harmonie te zijn. Bij de lichamelijke verzorging van de bewoners is de beroepscode van verplegend en verzorgend personeel van toepassing. Lichamelijke intimiteiten mogen niet plaatsvinden.<\/h5>\n
Het zorgteam heeft kennis van alle zaken waar de bewoners mee te maken (kunnen) krijgen, bijvoorbeeld huurtoeslag, zorgtoeslag, belastingen, medische zaken en uitkeringen. Dit betekent niet dat het personeel al deze kennis zelf moet hebben, maar het moet er wel aandacht voor hebben en kan dan indien nodig doorverwijzen voor deze hulp en erop toezien.<\/h5>\n
Het zorgteam is altijd in dienst van een erkende zorgaanbieder. Ideaal zou zijn als er nieuw personeel aangetrokken wordt door de gekozen zorgaanbieder, speciaal voor dit woonzorgcomplex. Het zorgteam speelt een adviserende rol met betrekking tot het doen en laten van de bewoners en kan op onderdelen aanwijzingen geven.<\/h5>\n
Dit komt specifiek in het individuele begeleidingsplan te staan. Alle collectieve en individuele zorgzaken zullen in een zorg- en dienstverleningsovereenkomst tussen zorgaanbieder, bewoner (en ouders) vastgelegd worden.<\/h5>\n
Er zal regelmatig overleg zijn tussen het zorgteam en de bewoners individueel. Belangrijke\/relevante zaken worden eerst (indien nodig) met ouders besproken. Daarna eventueel met het stichtingsbestuur.<\/strong><\/h5>\n
4.2 Welke zorg in het woonzorg complex?<\/strong><\/h5>\n
4.2.1 24-uur-aanwezige-zorg.<\/strong>
\nUitgangspunt is dat 24-uur-aanwezige-zorg wordt geboden, dus \u00f3\u00f3k \u2018s-nachts. Dit is noodzakelijk gelet op de zorgbehoefte van de groep en de daarmee verbonden hulpvraag. Een dergelijke vorm van zorg geeft een stuk veiligheid. Ook speelt een rol dat sommige bewoners door de aard van hun ziekte te maken kunnen hebben met een verstoord dag- en nachtritme, om dit te observeren\u00a0 en begeleiden is aanwezigheid van zorg, \u00f3\u00f3k \u2019s nachts,\u00a0 noodzakelijk.<\/h5>\n
4.2.2 Overige zorg.<\/strong>
\nDe ondersteuningsvragen van de toekomstige bewoners zijn te herleiden naar individuele hulpvragen, opgenomen in hun individueel begeleidingsplan en hulpvragen die collectief geregeld kunnen worden.<\/h5>\n
Voorbeelden van hulpvragen van de toekomstige bewoners zijn:
\n\u2022 geef mij 7×24 uur een plek waar ik naar toe kan gaan voor een praatje bij spanning.
\n\u2022 help me om structuur aan te brengen in de dag
\n\u2022 help me bij het boodschappen doen en de maaltijden.
\n\u2022 help me bij het schoonhouden van het huis.
\n\u2022 help me bij de financi\u00ebn en de administratie.
\n\u2022 help me bij het vinden van leuke activiteiten.
\n\u2022 signaleer wanneer ik een terugval krijg en regel de hulp die ik dan nodig heb.
\n\u2022 regel crisisinterventie voor me.<\/h5>\n
Op de volgende gebieden worden indien nodig met de zorgaanbieder ondersteuningsafspraken gemaakt:
\n1. persoonlijke verzorging.
\n2. aandacht hebben voor lichamelijke gezondheid.
\nb. psychotische en psychische klachten.
\n3. huishoudelijke taken.
\n4. financi\u00ebn en administratie.
\n5. sociale contacten.
\n6. dagbesteding en dagstructuur.
\n7. levensbeschouwing, geloofsovertuiging en\/of zingeving.
\n8. de eerste periode na de verhuizing.
\n9. verloop contact met ouders\/belangenvertegenwoordigers.
\n10. persoonlijk contact.
\n11. crisissignaleringsplan en crisiskaart met crisisprotocol.<\/h5>\n
Het crisissignaleringsplan richt zich op de vroegtijdige signalering van de voortekenen van een recidiverende psychose die de ondersteuning in de weg kunnen staan. Hierdoor wordt vroegtijdig ingrijpen mogelijk.<\/h5>\n
De ervaring is dat een psychose meestal niet van het ene op het andere moment ontstaat, maar geleidelijk in ernst toeneemt. Er kunnen dagen of zelfs weken verstrijken vanaf het moment dat de eerste tekenen van terugval zichtbaar zijn (b.v. in de vorm van angst, onrust en slecht slapen, verstoring dag- en nachtritme), tot het moment van volledige psychose. Juist deze periode biedt mogelijkheden voor preventieve interventies.<\/h5>\n
Door snel te reageren op de vroege voortekenen van een psychose, kan terugval mogelijk voorkomen worden. Elke nieuwe psychose geeft immers weer blijvende schade! Het crisissignaleringsplan dat samen met de bewoner wordt opgesteld, komt in het bezit van de bewoner, ouder\/belangenbehartiger, persoonlijk begeleider en de behandelaar.<\/strong><\/h5>\n
4.3 Welke zorg niet?<\/strong>
\nElke bewoner heeft een eigen medisch-psychiatrische behandelaar. In veel gevallen is dit een behandelaar die werkzaam is binnen de GGZ-regio Breburg of de PAAZ. Elke bewoner is vrij in de keuze van zijn\/haar eigen behandelaar. Binnen het woonzorg project wordt niet behandeld; binnen de locatie gaat het immers om\u00a0 \u201cwoonondersteunende zorg\u201d. Het ondersteunen bij het innemen van medicijnen is natuurlijk wel mogelijk, maar dit wordt dan als ondersteuningsafspraak vastgelegd in het individuele begeleidingsplan.<\/h5>\n
4.4 Financiering.
\n<\/strong>De ondersteuning bij het \u2018wonen\u2019 wordt geboden door het personeel van de zorgaanbieder. Dit wordt gefinancierd door de AWBZ en in de toekomst mogelijk ook deels uit de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO).<\/h5>\n
Bewoners krijgen een indicatie op basis van hun zorgvraag, afgegeven door het CIZ. Een verblijfsindicatie hoeft niet per definitie intramuraal wonen te betekenen, maar kan verzilverd worden als zorg in natura extramurale beleidsregel.<\/h5>\n
Het streven van Wierde is dat alle bewoners zorg in natura afnemen, omdat hiermee de noodzakelijke 24-uur-aanwezige-zorg \u00a0met continue begeleiding en observatie,\u00a0 het best gewaarborgd is; \u00a0bovendien zijn de bewoners binnen deze vorm van financiering\u00a0 ook gevrijwaard van allerlei financi\u00eble\u00a0 en administratieve beslommeringen.<\/h5>\n
N.B. De appartementen\/woningen liggen, \u00f3\u00f3k in de toekomst, qua huurprijs binnen de grens voor huurtoeslag.<\/h5>\n","protected":false},"excerpt":{"rendered":"

4.1 Randvoorwaarden. Voor een goed functioneren van het woonzorgcomplex is het van belang dat de besluitvorming met betrekking tot plaatsing van bewoners in het woonzorgcomplex en de voorbereiding van de bewoners zeer zorgvuldig en professioneel geschiedt. 4.1.1 Psychiatrische indicatie. Voor … Lees verder →<\/span><\/a><\/p>\n","protected":false},"author":1,"featured_media":0,"parent":153,"menu_order":4,"comment_status":"closed","ping_status":"closed","template":"","meta":{"footnotes":""},"class_list":["post-222","page","type-page","status-publish","hentry"],"_links":{"self":[{"href":"https:\/\/www.stichtingwierde.nl\/wp-json\/wp\/v2\/pages\/222","targetHints":{"allow":["GET"]}}],"collection":[{"href":"https:\/\/www.stichtingwierde.nl\/wp-json\/wp\/v2\/pages"}],"about":[{"href":"https:\/\/www.stichtingwierde.nl\/wp-json\/wp\/v2\/types\/page"}],"author":[{"embeddable":true,"href":"https:\/\/www.stichtingwierde.nl\/wp-json\/wp\/v2\/users\/1"}],"replies":[{"embeddable":true,"href":"https:\/\/www.stichtingwierde.nl\/wp-json\/wp\/v2\/comments?post=222"}],"version-history":[{"count":5,"href":"https:\/\/www.stichtingwierde.nl\/wp-json\/wp\/v2\/pages\/222\/revisions"}],"predecessor-version":[{"id":224,"href":"https:\/\/www.stichtingwierde.nl\/wp-json\/wp\/v2\/pages\/222\/revisions\/224"}],"up":[{"embeddable":true,"href":"https:\/\/www.stichtingwierde.nl\/wp-json\/wp\/v2\/pages\/153"}],"wp:attachment":[{"href":"https:\/\/www.stichtingwierde.nl\/wp-json\/wp\/v2\/media?parent=222"}],"curies":[{"name":"wp","href":"https:\/\/api.w.org\/{rel}","templated":true}]}}